Geweldig slot op de Galapagos eilanden
De Galapagos eilanden. We hebben zeker het beste voor het laatste bewaard! Wat een fantastische afsluiting van een mooie reis door Zuid Amerika.
Het zou een dure aangelegenheid zijn geworden als wij een cruise ver van tevoren hadden geboekt. We namen het risico door alleen een vlucht naar de eilanden te boeken en daar 12 dagen te verblijven. Het was ons in Quito gelukt om last minute toch nog een cruise van 8 dagen te boeken tegen een vriendelijk backpack tarief.
De eerste nacht verbleven wij op het meest centrale eiland Santa Cruz. Daar werden wij al overweldigd door de hoeveelheid dieren en hoe dichtbij je kon komen. Zeeleeuwen die op de bankjes in het park lagen, Pelicanen die naast je neerstorten in zee op jacht naar vis en bijna struikelend over de zeeleguanen. Daarbij optellend de turkooizen zee, hagelwitte stranden en zon. Een klein paradijs zo'n 1000 km uit de kust van Ecuador.
Onze cruiseboot was de Yolita II waar 16 gasten op konden. De groep was een leuke mix van jong en oud en diverse nationaliteiten. We hadden ook 8 dagen lang een gids aan boord die heel veel wist te vertellen over de eilanden, haar bewoners en de unieke flora en fauna. Het was wel hard werken voor ons...de wekker ging elke ochtend om 5.30 uur. Het was fijn om vroeg te beginnen aangezien het tussen 12 en 15 uur niet vol te houden was in de zon. Elke dag bestond het programma uit minstens 2 wandelingen op een eiland en 1 a 2 keer snorkelen. Tussendoor werden wij verwend met ontbijt, lunch en diner.
De route was als volgt:
- North Seymour; fregat vogels en land leguanen
- San Cristobal; blauwvoet booby en zeeleeuwen
- Española; adelaarsrog, galapagos havik en albatrossen
- Santa Fe; zee en land leguanen (helaas geen land schildpadden gevonden)
- Santa Cruz; landschildpadden op een boerderij
- Floreana; adelaarsrog, witpunt haaien, hamerkop haai, flamingo's en zeeschildpadden
- Santiago; pinguïns, zeeleeuwen en leguanen
Elk eiland was uniek qua vegetatie en dieren. En alle dieren bleven rustig zitten omdat zij niet bang zijn van mensen. Het voelde alsof we met David Attenborough op stap waren!
1500 Foto's later stapten wij voldaan van de boot. We hadden nog 4 extra dagen die wij hebben gespendeerd op het grootste eiland Isabella. Met de voeten in het zand, een biertje in de hand voelde deze dagen als een paradijselijke afsluiting.
De laatste nacht in Ecuador hebben we geslapen bij Karin (Duitsland), die wij in de Amazone hebben ontmoet. Zij heeft een prachtig huis aan de rand van Quito. Het is nu echt voorbij. Maar wat een fantastische reis hebben wij achter de rug. Het heeft onze verwachtingen dik overtroffen! Prachtige landschappen, veel dieren gezien, super vriendelijke bevolking, interessante en grappige reizigers ontmoet en (ondanks een beetje ziek en zeer in het begin) heel veel voorspoed gehad in alles. Ons reiscredo was "verwacht het onverwachtse". Deze is zeker uitgekomen.
Wij willen onze trouwe (en natuurlijk ook onze minder trouwe :-)) lezers bedanken! Het was voor ons altijd leuk om de reacties te lezen. Maar ook via Whatsapp zijn wij goed op de hoogte gehouden. Maar het allerleukste is om elkaar weer te zien. Daarom TOT ZIENS en TOT SNEL!
Nieuw jaar, nieuwe avonturen!
Een betere start van een nieuw jaar kunnen wij ons niet wensen. De belevenissen blijven maar door gaan. Want tja nu we er toch zijn, laten we maar optimaal gebruik maken van de mogelijkheden.
Het begon allemaal in de stad Cuenca met kerst. Hier kennen zij geen eerste en tweede kerstdag maar wel een kerstparade 'Pase del Niño Viajero' op 24 december. Kinderen en volwassenen decoreren paarden, karren en auto's met symbolen van welvaart en voorspoed en gaan gekleed als bijbelse figuren of in inheemse kledingdracht. We hadden prachtig zonnig weer om deze parade en tradities te bekijken. Op eerste kerstdag was er veel gesloten in de stad. Gelukkig was het enige terras in de stad wel open en hebben we lekker genoten van een wijntje in de zon.'s Avonds was er in het hostel een klein feestje en kampvuur in de tuin. Tweede kerstdag in Nederland was voor ons een 'gewone' zaterdag en moest wij weer aan het werk: 9 uurtjes met bus naar Quito.
In Quito werden we aangenaam verrast door de grootsheid van de stad (van Noord naar Zuid is 24 km), de organisatie van het vervoer, het mooie zonnige weer op 2850 meter en de schoonheid (heuvels, parken en koloniale gebouwen). De hoofdstad was onze uitvalsbasis naar de naastgelegen plaats Mindo. De regio rondom deze plaats staat bekend om veel vogels. We hadden een prachtige accommodatie uitgezocht in een privé reservaat 'Las Tangaras'. Het was een uurtje lopen vanaf de weg. We werden ontvangen door een leuk jong Amerikaans stel die het reservaat manageden. Zij wisten veel te vertellen over de vogels en namen ons mee naar een zogenaamde 'lek' voor de rode rotshaan. Dat is een plek in het bos waar mannelijke hanen elkaar dagelijks ontmoeten, begroeten en uitmaken wie het beste mannetje is. Ideaal voor het vrouwtje om even langs te vliegen als je op zoek bent naar de beste partner. Daarnaast waren er heel veel kolibries en hebben we eindelijk dé Quetzal vogel gezien.
Tevreden arriveerden wij terug in Quito om oud-en-nieuw te vieren. Gelukkig hadden we al veel gehoord over de tradities in Ecuador rondom deze viering. Zo gaan mannen verkleed als vrouw en spreken alle mannelijke voorbijgangers aan in de straat. Zij claimen dat de man die zij aanspreken de vader is van 'haar' baby en dat hij moet betalen. Zo werd ook Marcel beschuldig en kon de portemonnee trekken. Het is op een grappige manier geld inzamelen voor deze verklede mannen. Daarnaast gaan mensen verkleed op start en kun je op de foto met allerlei helden. Tot slot maken mensen poppen van papier-maché. Deze poppen symboliseren iets goeds of slechts in 2015 dat met de jaarwisseling verbrand wordt. Met een Nederlands stel hebben wij wat biertjes gedronken op het plein en tijdens middennacht geproost op 2016 bij de brandstapel van deze poppen.
Na al die feestdagen hebben wij niet gekozen voor een nieuwjaarsduik maar voor een activiteit die meer past bij Ecuador: raften. Daarvoor reisden we af naar de plaats Tena. Met 3 andere toeristen en een gids hebben wij onze tanden gezet in een klasse III+ (voor de rafting experts onder ons) afdaling in de rivier. Voor een eerste keer was het pittig genoeg en konden we allemaal binnenboord blijven. Helaas was er buiten het raften om niet veel te beleven in Tena. We besloten een aantal nachten bij te komen in het hele rustige plaatsje Baeza. Daar sliepen we in een heerlijk houten hutje bij een Nederlander die verdomd lekkere pizza's kon bakken. Zowaar lukte het ons om een boek te lezen, wandelen, slapen en vooral even niets doen.
De rust had ons goed gedaan. Vol enthousiasme gingen we dan 'eindelijk' weer eens het echte regenwoud in: de Amazone. Wij hadden gekozen voor een lodge die zich ver in het Cuyabeno National Park bevindt. Met een onwijs gezellige internationale groep mensen en een geweldige gids hebben we 5 fantastische dagen achter de rug. De accommodatie was redelijk basic wat het een echte jungle ervaring maakte. Overal om ons heen waren dieren. Van heel klein tot groot. Kikkers zo groot als een pinknagel, spinnen in alle soorten en maten (ja ook die hele enge bananenspin en tarantula), reptielen zoals schildpadden, slangen en krokodillen, groepen apen, vogels in alle kleuren en roze rivierdolfijnen. Dieren spotten deden we meestal vanuit de kano op de rivier en tijdens nachtelijke wandelingen in het woud. De kleiwand, waar parkieten en papegaaien klei vanaf knabbelen voor het reinigen van de maag, was een topper. Het zien van de onwijs grote harpy eagle (roofvogel) zorgde voor een klein feestje in de kano. Spontaan hebben wij deze vogel omgedoopt naar party eagle! Naast de dieren hebben wij ook heel veel geleerd over de flora van het woud. Medicinale gebruiken, rituele gebruiken, jachtmethodes en overlevingstechnieken. Alles bij elkaar een geweldige trip die in de boeken gaat als een toppertje!
Momenteel zijn wij onderweg naar Quito. Van de stad hebben we nog niet veel kunnen zien. Daar hebben wij nu wat tijd voor. Op 16 januari start ons laatste avontuur voor deze reis. Wij gaan met eigen ogen bekijken hoe die evolutietheorie van Charles Darwin is ontstaan. De Galapagos eilanden wachten op ons. Dan houden jullie nog één verslag van ons tegoed.
Klein Ecuador met grootse avonturen
Allereerst Feliz Navidad iedereen! Maak er gezellige dagen van.
Na 45 overnachtingsplekken, 35 lange afstandsbussen, 1 huurauto, 4 binnenlandse vluchten en ontelbare taxiritjes zijn we nu in Cuenca, een stad in het zuiden van Ecuador. In deze koloniale stad blijven wij vier dagen om de parades van 24 december te aanschouwen en de kerstdagen te vieren.
Noord Peru was warm en stoffig. Na een leuk verblijf op een paarden rancho en twee dagen paardrijden hielden wij het voor gezien in Peru. Eerder dan gepland gingen wij de grens over naar Ecuador. Wat een overgang! Alsof je Zwitserland in rijdt. Het landschap ontzettend groen, de wegen prachtig geasfalteerd, geen toeterende auto's meer en salsa muziek uit de speakers. We kwamen er al snel achter dat het extra weekje Ecuador meer dan welkom is. Zoveel te doen in zo'n klein land.
We begonnen in het uiterste zuiden in het stadje Vilcabamba. Zoals het in onze reisgids stond omschreven "a gold pot at the end of a gringo rainbow". Kortom een stadje met heel veel buitenlanders (gringo) die een winkel, restaurant of hotel runnen. Ook prachtige grote vakantiehuizen met zwembad voor rijke Ecuadorianen. Wij hadden onszelf verwend met een lodge met zwembad, prachtige tuin met vogels, heerlijk restaurant, yoga en spa. Een soort mini vakantie in onze grote reis. Even de batterij opladen voor het hardwerkende backpacken.
Na deze mini vakantie was het een klein ritje (3 uur met 2 bussen vinden wij klein) naar Zamora. Vanuit deze plaats zijn wij twee keer naar nationaal park Podocarpus geweest om vogels te spotten. Daar werden wij erg verwend met een parasolvogel en een rode rotshaan (met de prachtige Engelse naam: cock-of-the-rock). Twee unieke en moeilijk te spotten vogels. Vervolgens zette wij onze reis voort naar Cuenca. Omdat we in deze stad zouden terugkomen met Kerstmis, besloten we het naastgelegen park Cajas te ontdekken. We sliepen in een rangerstation op zo'n 3500 meter zonder kachel. Vanuit deze hut hebben twee dagen, prachtige wandelingen door het park gemaakt dat vol lag met meren. Een soort Lake District maar dan iets hoger. 's Avonds ging Marcel mee met de ranger om forel te vangen in een van de meren. Tijdens het vliegvissen ving de ranger een nachtzwaluw uit de lucht. Een zeer (on)gelukkige worp, zeg maar.
Baños (Agua de Santa), de heilige baden, was onze volgende bestemming. Een plaats in het centrum van Ecuador omgeven door de Andes gebergten met imposante (nog steeds actieve) vulkanen. Tevens een plaats waar veel avontuurlijke sporten worden aangeboden. Wij kozen voor een paragliding vlucht met uitzicht op vulkaan Tungurahua (betekent 'keel van vuur'). Uiteindelijk een ontspannen en prachtige 20 minuten in de lucht. De volgende dag klommen we op de mountainbike en fietste in 4 uur tijd bergafwaarts van 1800 meter naar 800 meter. Van berglandschap maar regenwoud met bijbehorende temperatuur. Terug hadden we de fietsen achterin een pickup taxi gezet. Het kan te gek ook hé. En ja natuurlijk nog even gebadderd in het heilige water van Baños, een thermaal bad.
Wij wilden graag nog een bergwandeling doen in Ecuador en kozen daarom voor een driedaagse tocht naar het kratermeer van vulkaan El Altar. Deze wandeling was prachtig mooi en ondernamen wij met een gids en een Canadees stel. We sliepen in een (wederom) koude berghut aan de voet van het kratermeer op 3800 meter. Een sprookjesachtige locatie waar wij werden getrakteerd op een overvliegende Condor. Best uniek als je bedenkt dat er nog maar zo'n 100 Condors leven in Ecuador.
Wij zijn vanuit centraal Ecuador weer terug naar het zuiden gereisd waar wij hopelijk een bijzondere kerst zullen beleven. Daarna reizen wij door naar het noorden, naar de hoofdstad Quito voor feestelijk einde van het jaar. Voor jullie ook allemaal een feestelijke jaarwisseling gewenst!
Ps. vooral vogelliefhebbers kunnen hun hart ophalen met onze foto's
Inka's en bergen
Op anoniem verzoek (we zullen geen namen noemen papa's en mama's) werd het wel weer eens tijd voor een verslag op onze blog.
Peru, het culinaire land van de mango, avocado, quinoa, mais, aardappels (maar liefst 3000 soorten), pisco sour, lama biefstuk en ...cuy (cavia). Het laatste hebben we geprobeerd op de lokale markt. Zowel mentaal als qua smaak was het even doorbijten. De quinoa hebben we reeds in veel verschillende vormen genuttigd: Quinoa rijst, soep, bier, chocolade, taart en muesli
Naast onze culinaire avonturen maken we ook veel andere avonturen mee. Want onze wijze schoonzus zegt 'Rust roest'. Na de Colca Canyon was het mogelijk om via een prachtige busrit, rechtstreeks naar Cusco te reizen. Daar waren wij aangenaam verrast door de koloniale binnenstad met veel restaurants en barretjes. De stad is erg toeristisch maar niet overdadig druk. Wellicht waren wij er ook in het laagseizoen. Vanaf het dakterras van ons kleine hotelletje hadden wij een prachtig uitzicht over de stad. Tja en waar kun je het beste mee beginnen? Juist een 'gratis' stadstour. Onze gids kon veel vertellen over alle gebouwen, de historie (die Spanjaarden hebben een hoop Inca historie laten verdwijnen) en het hedendaagse Cusco. Daarnaast leerden we echt lama wol te onderscheiden van nep en sloten we af met HET drankje van Peru: pisco sour (likeur met limoensap en eiwit)
Cusco is de uitvalsbasis om naar Machu Picchu te gaan. De beroemde Inca Trail (4 dagen wandelen) viel af omdat deze al maanden van tevoren is volgeboekt. Dan kun je kiezen voor alternatieve wandelingen of een hele dure treinreis. In geen van beiden hadden wij zin en kozen voor een goedkopere oplossing: vanaf Ollantaytambo (...vreselijke plaatsnaam om te onthouden en te zeggen) lopen langs het treinspoor.
Een wandeling van 28 km die begint in een kale vallei met rotsen en eindigt in een dal met jungle vegetatie. Het waren 8 zware uren voor de benen met blaren op de hielen, maar prachtig mooi. Als een blok vielen we in slaap om de volgende ochtend weer vroeg op te staan voor het bezoeken van de archeologische plaats Machu Picchu (betekent 'oude berg'). Eén van de zeven wereldwonderenWe hadden onszelf getrakteerd op een busrit de berg op om een klim van 3 uur uit te sparen. Om 6 uur 's ochtends ging de poort open en waren wij een van de eerste toeristen. In het echt is het toch wel heel indrukwekkend om te zien. De grootsheid en de staat waarin het verkeerd is erg bijzonder. Helaas was het niet zo zonnig maar de bewolking maakte het eigenlijk ook wel weer heel mysterieus. Rond de lunch zijn wij (weer...) te voet de berg afgelopen om de trein en vervolgens de bus naar Cusco te halen. Als een opa en oma strompelden wij die avond ons hotelletje weer binnen. Moe maar voldaan!
De afstanden in Peru zijn soms enorm of de weg gaat door berggebied waardoor busritten erg lang zijn. De rit van Cusco naar Lima zou 20 uur duren. Daar hadden we geen zin in en namen daarom een vlucht van 1 uur. De hoofdstad Lima zelf stond niet echt op ons verlanglijstje en hebben we daarom overgeslagen. Wij konden direct een bus naar Huaraz pakken, wat wel op ons lijstje stond. Deze stad ligt ingeklemd tussen de bergketens Cordillera Blanca en Negra. De bergen liggen hier vol met wandel- en klimroutes. Met getrainde benen en longen, hebben we twee prachtige dagwandelingen gedaan, namelijk 'Lago 69' en 'Lago Churup'. Groene valleien, helblauwe gletsjermeren en witte sneeuwtoppen. Je zou bijna The Sound of Music gaan zingen... als je de tekst tenminste weet. Wij kwamen bijna nog in de verleiding om een gletsjer te beklimmen, maar dat werd ons gezien het weer (regen) sterk afgeraden. Dan bewaren wij die wel voor Ecuador
Vanuit Huaraz reizen wij naar het noorden van Peru. De stad Chiclayo en omgeving zal ons de komende twee weken genoeg te bieden hebben. Voor nu, hasta luego (tot snel).
Boliviano versus Peruaantjes
Groeten van twee Peruaantjes. We zijn in Peru! De grote buurman van Bolivia.
De laatste week in Bolivia was wederom fantastisch. Na het Amazonegebied hadden we bedacht om ook nog een keer goed de Andes gebergten in te gaan. We wilden graag een 'off the beaten track' trip doen. Samen met Nikki (die we hadden ontmoet in Madidi) en Ellie uit Australië besloten we binnen een dag een trip te boeken naar de Apolobamba gebergten. Eentje die niet in de Lonely Planet staat. Snel moesten wij en de touroperator alles regelen in La Paz.
De volgende dag stonden we vroeg op om de openbaar vervoer bus naar Pelechuco te halen. Een rit van ruim 10 uur waarbij onze gids Thomas ook mee reed. De eerste nacht sliepen we nog in een hotelletje maar de rest van de trip zouden we gaan kamperen. Om alle spullen mee te nemen op de 4-daagse wandeltocht van 60 km, hadden we 2 pakezels gehuurd. Elke ochtend begon altijd zonnig maar in de loop van de dag hadden we regen. Dat resulteerde in natte schoenen, sokken, broek, tassen en koude handen en voeten. Maar daar hebben wij ons niet door laten kennen.
Tijdens de totale wandeling hebben wij diverse bergpassen overgestoken zoals de Keansani van 4900 meter, Sunchilli van 5100 meter (weer een hoogterecord!) en de Piedra Grande (als je het vrij vertaald is het: Petra Groot!). Alle uitzichten waren prachtig mooi en lieten de vermoeidheid en regen snel verdwijnen. Soms liepen we letterlijk in de wolken. En het over zien vliegen van de grootste vogel ter wereld was te gek: Condor de los Andes. De 4 dagen eindigde bij een warm thermaal bad die we dik hadden verdiend.
Na deze wandeltocht ten noorden van het Titicacameer, vonden we het tijd om naar het exotisch klinkende Copacabana te gaan aan het meer. De zon scheen wel volop maar verder was het nog steeds Boliviaans koud op 3800 meter hoogte. Het Titicacameer is het hoogst gelegen zoetwater meer ter wereld. We trakteerden onszelf op een prachtig hotel met uitzicht op de baai en een warme douche. Copacabana is ook de uitvalbasis om met een boot naar Isla del Sol en Luna (zon en maaneiland) te gaan. Maar we waren nog niet toe aan een volgepakte toeristenboot en besloten een alternatieve manier. Met een minibusje reden we naar het eind van het schiereiland en hadden daar vandaan uitzicht op de eilanden. De 17 km terug gingen we wandelend, aangezien we helemaal afgetraind zijn na Apolobamba.
Tja, toen werd het toch echt tijd om afscheid te nemen van ons geliefde Bolivia. Na een busrit van 10 uur kwamen we aan in Arequipa. Een mooie koloniale stad in het zuiden van Peru. Eindelijk kon die korte broek aan. Een heerlijk temperatuurtje van 22 graden. Lekker om rond te lopen en alle prachtige dingen van de Inca's en Spanjaarden in de stad te bewonderen.
En nu zijn we in de Colca Canyon. Een kloof die (volgens de boeken) twee keer zo diep is als de Grand Canyon in de US. Ook hier genieten we van de zon, de bergen met sneeuwtoppen en hopelijk gaan we nog wat meer condors zien. In ieder geval genieten we even van een kleine adempauze in deze prachtige omgeving voordat we ons storten in het hectiek van Cuzco en Machu Picchu. Daarover volgende keer meer!
Ps. Op anoniem verzoek hebben we iets meer foto's geplaatst.
Op jacht naar wildleven in Bolivia
Het is alweer even geleden maar wij hebben het gewoon onwijs druk. Nu heb ik eindelijk even de tijd gevonden aangezien we 19 uur reizen met de bus van Rurrenabaque naar La Paz.
Na het verliezen van 5 kilo aan lichaamsgewicht (Petra had een fiks virus te pakken) in de stad Sucre, besloten wij dat het tijd werd om de natuur in te trekken. Na een busreis van 10 uur werden we midden in nacht afgezet in de plaats Samaipata. Best lastig om een hotel te zoeken op dit tijdstip... Maar uiteindelijk is het goed gekomen. Vanuit Samaipata hebben we het oeroude varenwoud Amboro bezocht. Indrukwekkend om mega grote varenplanten te zien terwijl ze maar 2 cm per jaar groeien. Daar stonden dus hele oudjes. De andere dag zijn we naar een pre Inca ruïne geweest. Een beetje geschiedenis en cultuur snuiven. Samaipata was erg verfrissend na alle steden en hooggebergtes. Eindelijk weer groen en de korte broek kon zowaar aan.
Na Samaipata hadden we een prachtige rit door een groen berglandschap naar de stad Santa Cruz. Een vrij jonge stad voor Bolivia. De stad is pas de laatste 70 jaar ontwikkeld en gegroeid. Daarom is er op het gebied van cultuur niet zoveel te beleven in deze stad. Wat erg wennen was, was de temperatuur van 40 graden. Ineens waren koude douches heel welkom. Vanuit Santa Cruz startte onze tour met Nick's Adventure naar national park Kaa Lya. Een park dat niet vaak wordt bezocht door toeristen omdat het wat afgelegen ligt. Maar wij hadden hele goede redenen om naar dit park te gaan. De kans om jaguars en puma's te spotten in het wild is er namelijk het hoogst. Geen garanties maar wel een hoge kans.
Samen met een jongen uit Nieuw Zeeland, een gids en een kok gingen we 4 dagen op pad. We sliepen in de rangerstations waar de bewakers van het park ook slapen. Van daaruit zijn we meerdere keren per dag op pad geweest met de auto of lopend. In het park bevond zich ook een landingsbaan voor vliegtuigen (aangezien het door regen soms onbereikbaar kan zijn voor auto's) en dat was uiteindelijk ook de plek waar we 45 minuten lang een (mannelijke) jaguar konden observeren. Dolgelukkig waren wij! Naast de jaguar hebben een puma en een tapir over de weg zien lopen en hebben we veel vogels gespot waar we jullie verder niet mee zullen vermoeien. Vier snikhete dagen maar zeker de moeite waard met het zien van 'El Tigre de la America Sud'.
Vanaf Santa Cruz hadden wij onszelf getrakteerd op een binnenlandse vlucht van een uurtje naar La Paz om een busrit van minstens 15 uur te ontlopen. Het was wel wennen om van 34 graden in Santa Cruz te reizen naar het 'koude' La Paz 14 graden. Korte broek uit, jas aan. La Paz is niet de hoofdstad maar zo voelt het wel. Het heeft in ieder geval het hoogste commerciële vliegveld van de wereld. De stad ligt op zo'n 4000 meter. Het oogt als een grijze en grauwe stad waar het altijd koud is, maar we waren zeker onder de indruk van de grootte en ligging.
Een must do vanuit La Paz is het naar beneden fietsen voor de zogenaamde 'meest gevaarlijke weg ter wereld' of in het Spaans ' Ruta de la muerta'. Met de moutainbike begonnen wij vol ornaat met muts en handschoenen op 3500 meter. 70 km verder stond het zweet op onze bovenlippen van het tropische klimaat op 1200 meter. Of was het zweet van angst...? Maar wij zijn nu officieel ' deadliest road survivals'!
Ons verblijf in La Paz was kort omdat we weer lekker de warmte op wilde zoeken. We hadden onszelf wederom getrakteerd op een vlucht van 40 minuten. Deze vlucht liep 3 uur vertraging op en het was twijfelachtig of het vliegtuig kon landen op de plaats van bestemming ivm een stroomstorting. Maar eind goed al goed we belandde toch in Rurrenabaque. Het vergt even wat oefening maar inmiddels kunnen we deze plaatsnaam foutloos uitspreken. Samen met Nikki uit Australië zijn wij 4 dagen naar Madidi National Park geweest. Een 6 uur lange boottocht stroomopwaarts bracht ons bij Berraco ecolodge. Een lodge waarmee de lokale bevolking die leeft in Madidi wordt ondersteund. We waren dus hartstikke goed bezig. Dat Madidi een tropisch regenwoud is, hebben we geweten. Ruim de helft van de tijd regende het. Helaas houden de beesten zich dan schuil en was er weinig voor ons te spotten. Maar op de enkele droge momenten hebben we toch wilde zwijnen, apen, vogels, reptielen en insecten gezien. En onze lieveling: de capibara.
We hebben ons verblijf in Bolivia bij de immigratie verlengd. Zo leuk vinden we het hier. Peru moet nog even op ons wachten.
PS. De busrit van vannacht was zeer avontuurlijk. Midden in de nacht brak het voorwiel af en belandden we in de greppel. Schrokken ons rond maar gelukkig liep het goed af. We konden een half uur later met een andere bus meerijden.
Viva Bolivia
Blij verrast waren wij tijdens onze aankomst in Bolivia. Supervriendelijke mensen die wij eindelijk weer konden verstaan met onze huis-tuin-en-keuken cursus Spaans (die we de afgelopen 3 jaar hadden gevolgd). In Argentinië dachten wij even dat wij een andere taal hadden geleerd, maar zij hebben gewoon een hele eigen taal. Na het leren rekenen met de nieuwe valuta Bolivianos, waren we ook aangenaam verrast door de lage prijzen ten opzichte van Argentinië.
Onze eerste stopover was de plaats Tupiza. Een knus en luxe hotel. Vanuit deze plaats hebben we een 4 daagse tour geboekt door Reserva Nacional de Fauna Andina Eduardo Avaroa en Salar de Uyuni. De grootste en hoogste zoutvlakte ter wereld. Onderweg werden we getrakteerd op prachtige meren in verschillende kleuren. Deze kleuren ontstaan door mineralen. Het was een prachtig gezicht om deze meren te zien, omgeven door bergen en gevuld met flamingo's. Tijdens deze trip hebben we ook onze hoogterecord verbroken: 4850 meter. Deze duizelingwekkende hoogtes zorgde wel voor wat verschijnselen van hoogteziekte, die wij probeerden weg te kauwen met cocabladeren. De laatste nacht sliepen we in een hotel die helemaal gemaakt was van zout. Bijzondere ervaring om op een tapijtje van zout te lopen en het frame van het bed was zelfs van zout. De volgende ochtend zagen we zonsopgang vanaf isla incahuasi, een koraaleiland vol cactussen in het midden van de zoutvlakte. Overigens ligt de zoutvlakte ook op de route van de Dakar Rally. Dus allemaal kijken op 7, 8 en 9 januari!
Na deze tour besloten we niet in Uyuni te blijven maar direct door te reizen naar Potosi. Wederom verrast waren wij door deze prachtige stad. In onze reisgids stond dat Potosi een mijnstad is, maar het bevat ook heel veel koloniale gebouwen, lekkere restaurantjes en het weer was aangenaam. Samen met onze reisgenoten Wendy (Australië) en Gorka (Spanje), die wij hadden ontmoet op onze Uyuni tour, hebben we 4 dagen gespendeerd in deze stad. Hoogtepunt was de tour naar de mineralen mijnen van Potosi. Gekleed in een overal met laarzen, helm en hoofdlamp gingen we de mijnen in. Voor de mijnwerkers hadden wij water, cocabladeren en dynamiet gekocht. Het was erg eng om in de mijnen te lopen en kruipen. De temperatuur liep op tot 40 graden, het was een grote stofwolk en de gangpaden werden steeds kleiner. Totaal onder de indruk van het zware, gevaarlijke en smerige werk, verlieten wij na ruim een uur weer de mijn. Om een idee te geven: mannen werken hier meer dan 12 uur per dag, 6 dagen in de week. Zij zijn qua salaris afhankelijk van hoeveel mineralen zij vinden (zilver, lood, tin, goud, zink) en de gemiddelde leeftijd dat zij sterven is rond de 50 jaar. Behoorlijk heftig om te zien en te horen.
Potosi hebben we inmiddels ingeruild voor de wederom prachtige stad Sucre. Deze stad noemen ze ook wel Ciudad Blanca (witte stad). Met Condortrekkers, een non-profit organisatie, hebben we een stadswandeling gemaakt waarbij wij uitleg kregen over alle belangrijke gebouwen van de stad, chorizo worst proeven op de markt en lokaal gebrouwen alcohol 'chicha' drinken in een chicharia. Verder biedt de stad veel cultuur, lekker eten en schijnt de zon volop.
Tot nu toe bevalt Bolivia ons prima. De bussen zijn luxe, de hotels zijn mooi (zelfs warme douches!), eten is verrassend gevarieerd en de mensen zijn erg behulpzaam en geduldig met onze houtje-touwtje Spaans. Wij gaan ons hier voorlopig nog wel even vermaken.
El campo van Argentinië
Vanaf het platteland (el campo) van Argentinië weer een verhaal en wat foto's. De provincie en stad Salta ligt in het noordwesten van Argentinië. Het was nog ruim 2 uur vliegen vanaf Buenos Aires. Op het vliegveld stond 'chef' ons op te wachten; de huurauto. Samen met chef zouden we de omgeving gaan verkennen.
Wij begonnen met een superdeluxe hotelovernachting in de plaats San Lorenzo. Een mooie deal die we hadden gevonden op internet. Het hotel had een prachtige tuin met veel vogels dus voor ons een genot. Na deze luxe werd het een dag keihard werken. We gingen namelijk een pittig stuk rijden. Niet eens in aantal kilometers maar meer in hoogte en niet geasfalteerd. Eerst het stuk omhoog langs de spoorlijn Tren a las Nubes (trein naar de wolken) tot een hoogte van 3375 meter. Daarna over zwaar terrein maar door spectaculair altiplanolandschap met enorme grote zoutvlaktes. Aan de onverharde weg leek geen eind te komen. En als toetje reden we dwars door de wolken naar het hoogste punt van de dag, namelijk 4170 meter. Na 9 uur sturen en helemaal onder het stof kwamen we moe maar voldaan aan in Tilcara. Daar konden we gelukkig aanschuiven bij het gezamenlijke diner die werd gekookt in het hostel. Met een gemêleerd gezelschap spraken we Spaans en Engels, werd er live muziek gespeeld met gitaar en kregen we een spoedcursus Tango.
De volgende dag reden we door de onbeschrijfelijk mooie kloof Quebrada de Humahuaca. Alsof je rijdt door een zuurstok landschap met allemaal verschillende kleuren steen. En uiteindelijk deze dag terecht gekomen op een Argentijnse finca (boerderij). Daar konden wij 2 dagen het echte leven beleven van een gaucho (cowboy). De eerste avond begon meteen al goed. Er was een afscheidsfeest van een van de medewerkers en dus was er heel veel vlees op de barbeque, veel wijn op tafel en vooral veel zingen met gitaar en trommel. Een soort gaucho rap wat fantastisch klonk. Met een iets wat zwaar hoofd de volgende ochtend te paard in de omgeving. Geweldig om zo het landschap te bekijken en en zelfs een stoere galop gewaagd. En ja wat doe je na zo'n lange rit...dan lunch je wederom met vlees en wijn. Het was erg leuk om op de finca te overnachten en letterlijk met de boer aan tafel te zitten. Onze Spaans is met sprongen vooruit gegaan.
Met chef zijn we na dit paardenavontuur verder gereden in een andere schitterende kloof namelijk Quebrada de Cafayate naar de gelijknamige plaats Cafayate. In deze kloof was na elke bocht weer een fantastisch landschap. We keken onze ogen uit. Cafayate staat bekend om de wijngaarden maar inmiddels ook om de geitenkaas. Wij vonden het wel bijzonder om een keer te kijken op een boerderij met geiten en natuurlijk lekker kaas proeven. Met kaas en stokbrood op zak hebben we onze tour afgemaakt met chef en zijn nu in Salta. Een prachtige koloniale stad waar het momenteel erg warm is
Wij nemen morgen afscheid van het land met een Papa (Francisco) een Reina (Maxima) en een Dio (Messi). Maar vooral een land vol vriendelijke mensen, mooie natuur en heerlijk eten. Wij zeggen zeker ' tot de volgende keer Argentina'