Viva Bolivia
Blij verrast waren wij tijdens onze aankomst in Bolivia. Supervriendelijke mensen die wij eindelijk weer konden verstaan met onze huis-tuin-en-keuken cursus Spaans (die we de afgelopen 3 jaar hadden gevolgd). In Argentinië dachten wij even dat wij een andere taal hadden geleerd, maar zij hebben gewoon een hele eigen taal. Na het leren rekenen met de nieuwe valuta Bolivianos, waren we ook aangenaam verrast door de lage prijzen ten opzichte van Argentinië.
Onze eerste stopover was de plaats Tupiza. Een knus en luxe hotel. Vanuit deze plaats hebben we een 4 daagse tour geboekt door Reserva Nacional de Fauna Andina Eduardo Avaroa en Salar de Uyuni. De grootste en hoogste zoutvlakte ter wereld. Onderweg werden we getrakteerd op prachtige meren in verschillende kleuren. Deze kleuren ontstaan door mineralen. Het was een prachtig gezicht om deze meren te zien, omgeven door bergen en gevuld met flamingo's. Tijdens deze trip hebben we ook onze hoogterecord verbroken: 4850 meter. Deze duizelingwekkende hoogtes zorgde wel voor wat verschijnselen van hoogteziekte, die wij probeerden weg te kauwen met cocabladeren. De laatste nacht sliepen we in een hotel die helemaal gemaakt was van zout. Bijzondere ervaring om op een tapijtje van zout te lopen en het frame van het bed was zelfs van zout. De volgende ochtend zagen we zonsopgang vanaf isla incahuasi, een koraaleiland vol cactussen in het midden van de zoutvlakte. Overigens ligt de zoutvlakte ook op de route van de Dakar Rally. Dus allemaal kijken op 7, 8 en 9 januari!
Na deze tour besloten we niet in Uyuni te blijven maar direct door te reizen naar Potosi. Wederom verrast waren wij door deze prachtige stad. In onze reisgids stond dat Potosi een mijnstad is, maar het bevat ook heel veel koloniale gebouwen, lekkere restaurantjes en het weer was aangenaam. Samen met onze reisgenoten Wendy (Australië) en Gorka (Spanje), die wij hadden ontmoet op onze Uyuni tour, hebben we 4 dagen gespendeerd in deze stad. Hoogtepunt was de tour naar de mineralen mijnen van Potosi. Gekleed in een overal met laarzen, helm en hoofdlamp gingen we de mijnen in. Voor de mijnwerkers hadden wij water, cocabladeren en dynamiet gekocht. Het was erg eng om in de mijnen te lopen en kruipen. De temperatuur liep op tot 40 graden, het was een grote stofwolk en de gangpaden werden steeds kleiner. Totaal onder de indruk van het zware, gevaarlijke en smerige werk, verlieten wij na ruim een uur weer de mijn. Om een idee te geven: mannen werken hier meer dan 12 uur per dag, 6 dagen in de week. Zij zijn qua salaris afhankelijk van hoeveel mineralen zij vinden (zilver, lood, tin, goud, zink) en de gemiddelde leeftijd dat zij sterven is rond de 50 jaar. Behoorlijk heftig om te zien en te horen.
Potosi hebben we inmiddels ingeruild voor de wederom prachtige stad Sucre. Deze stad noemen ze ook wel Ciudad Blanca (witte stad). Met Condortrekkers, een non-profit organisatie, hebben we een stadswandeling gemaakt waarbij wij uitleg kregen over alle belangrijke gebouwen van de stad, chorizo worst proeven op de markt en lokaal gebrouwen alcohol 'chicha' drinken in een chicharia. Verder biedt de stad veel cultuur, lekker eten en schijnt de zon volop.
Tot nu toe bevalt Bolivia ons prima. De bussen zijn luxe, de hotels zijn mooi (zelfs warme douches!), eten is verrassend gevarieerd en de mensen zijn erg behulpzaam en geduldig met onze houtje-touwtje Spaans. Wij gaan ons hier voorlopig nog wel even vermaken.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}